Aardbevingsrisico scholieren onaanvaardbaar groot tot onbekend

schoolHet risico dat kinderen in de omgeving van Loppersum lopen als hun school instort door een aardbeving is onaanvaardbaar groot. Het gaat dan om het risico om te overlijden door een aardbeving die het gevolg is van de winning van aardgas. Dat risico is 100 keer zo groot als de overheid elders in Nederland toestaat. Het is onbekend of het risico voor scholieren in bijvoorbeeld Bedum net zo groot is. Dat is ten onrechte niet uitgerekend.

De aanleiding voor dit artikel is de situatie van de scholen in Bedum. Alle scholen moeten op termijn aardbevingsbestendiger worden gemaakt of herbouwd worden. Maar welke risico’s lopen de kinderen die daar nu op school zitten? Wat weten we daarover? Zijn die risico’s aanvaardbaar en wie beslist daarover?
Om te beginnen zullen we in het kort enkele hoofdpunten aanstippen. Daarna gaan we uitgebreider in op de kwesties die een rol spelen bij risico’s en de aanvaardbaarheid daarvan in verband met de aardgaswinning.

Energierijke aardbevingen
Risico gaat over de kans dat iets gebeurt – in dit geval een aardbeving – en de gevolgen die dat heeft. De eerste vraag is dan met welke aardbeving we rekening moeten houden. De zwaarste beving tot nu toe was die bij Huizinge in 2012 met een kracht van 3.6 op de schaal van Richter. Sinds begin 2013 lezen we dat bevingen van 4.0 tot 5.0 mogelijk zijn. Daarbij moeten we bedenken dat bij een beving van 4.5 ongeveer 16 keer en een beving van 5.0 ruim 125 keer zoveel energie ( het zogeheten seismisch moment) vrijkomt als bij de beving bij Huizinge. Wat ook belangrijk is: de tienduizenden schades aan huizen en gebouwen zijn het gevolg van bevingen die minder krachtig waren dan die bij Huizinge.

Zware aardbevingen mogelijk
De winning van aardgas uit het Groningen-veld mocht tot 2013 gemiddeld 42,5 miljard kubieke meter (m3) per jaar bedragen. Als het aan de regering ligt daalt de winning de komende jaren naar 30 tot 33 miljard m3 per jaar. Op grond daarvan lezen we uitspraken van bestuurders dat er de komende jaren geen ernstige aardbevingen zullen voorkomen. We hebben aan verschillende deskundigen gevraagd of ze van mening zijn dat de komende jaren zware aardbevingen te verwachten zijn. Zonder uitzondering zeiden ze dat we daar wel rekening mee moeten houden. Hooguit daalt de kans op een zware aardbeving, maar ook dan kan die aardbeving morgen optreden.

25 tot 110 doden
Instanties als het KNMI laten doorschemeren dat de rand van het Groningen-veld minder last zal hebben van aardbevingen en dat daar minder gebouwen versterkt moeten worden. In tegenstelling tot de stad Groningen ligt Bedum niet aan de rand van het Groningen-veld. De nieuwe visie van het KNMI heeft naar onze mening geen invloed op de situatie in Bedum.
Risico gaat zoals gezegd over kansen en gevolgen. Er is veel gerekend over de gevolgen. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft in december 2013 in een risiconotitie aangegeven dat bij een beving met een kracht van 4.0 op de schaal van Richter nabij Huizinge in een ongunstig geval ongeveer 5 doden kunnen vallen; bij een beving van 4.5 gaat het om 25 doden en bij een beving van 5.0 om 110 doden.
Als we weten wat de kans is op een aardbeving en wat de gevolgen zijn roept dit de vraag op of we het zo berekende risico willen aanvaarden. Daarvoor heeft de regering richtlijnen opgesteld, zowel voor het geval één persoon die ergens verblijft overlijdt (het individueel of plaatsgebonden risico) alsook voor de situatie dat een groep mensen tegelijk overlijdt (het groepsrisico). Voor het individueel risico geldt een wettelijke norm, voor het groepsrisico een adviesnorm, de zogeheten oriëntatiewaarde.

Risico tot 100 keer hoger dan toegestaan
De wettelijke norm voor het individueel risico is maximaal 1 op de miljoen per jaar. Het SodM heeft in 2013 uitgerekend hoe groot dit risico is voor de omgeving van Huizinge. Dat hangt af van het bouwjaar van het huis of het gebouw waar men zich bevindt bij een beving; oudere gebouwen en huizen zijn namelijk zwakker. De uitkomst van het SodM is dat het individueel risico uiteenloopt van 1 op de 15.000 tot 1 op de 55.000 per jaar. Het risico is dus 18 tot 67 keer hoger dan wettelijk maximaal toegestaan.
Het groepsrisico houdt in dat de kans op 10 doden niet hoger mag zijn dan 1 op de 10.000 per jaar. Volgens het rapport van december 2013 van het SodM is die kans echter 1 op de 112 per jaar, dus 89 keer groter dan de richtlijn.
Hieruit kunnen we concluderen dat zowel het individueel als het groepsrisico onaanvaardbaar hoog zijn, ook volgens de richtlijnen van de overheid. De berekeningen van het SodM gaan over een aardbeving bij Huizinge, een relatief dun bevolkt gebied. Maar ook een ernstige aardbeving bij bijvoorbeeld het dichter bevolkte Bedum is mogelijk. Of er dan meer slachtoffers vallen dan bij een beving bij Huizinge en er een hoger groepsrisico is, weten we niet. Dat maakt het des te belangrijker om te weten hoe hoog onder meer het groepsrisico is van een aardbeving bij Bedum waardoor ook scholen getroffen kunnen worden. Onze mening is dat het om een onaanvaardbaar hoog risico gaat, zodat onmiddellijk ingegrepen zou moeten worden. Hier ligt een taak van burgemeester en wethouders van de betrokken regio, om te beginnen BenW en de gemeenteraad van Bedum.

Aardbevingen, loterij en risico
Er is een belangrijke overeenkomst tussen het winnen van een loterij en het nemen van een risico. In beide gevallen gaat het om een kleine kans dat iets gebeurt. Er is ook een groot verschil. Een loterij willen we graag winnen, maar een risico zoals bij aardbevingen door de winning van aardgas uit het Groningen-veld, willen we juist vermijden. Als we vandaag de loterij niet hebben gewonnen, hopen we dat het morgen of de volgende week gebeurt. Een risico, zoals een ernstige aardbeving die er vandaag niet is, kan wel morgen gebeuren. Ook al lezen we dat de kans eens in de duizend jaar is, een gebeurtenis kan zich morgen voordoen. Tot grote vreugde van de winnaar van de loterij en tot grote droefenis van de vele ouders en kinderen die getroffen worden door een aardbeving bij scholen in Bedum. Dat er de komende jaren geen ernstige beving kan plaatsvinden is een misvatting.

Alle bronvermeldingen, verantwoordingen en onderzoeken zijn te vinden in de PDF versie van dit artikel.

Credits afbeelding. Creative Commons. CC BY 2.0 ajari.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.