Onderzoek moet veilige opslag kernafval in zoutkoepels aantonen

Er wordt een nieuwe veiligheidsanalyse gemaakt over de opslag van kernafval in zoutkoepels om aan te tonen dat deze opslag veilig kan. Dat staat in een nieuw rapport van de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) over onder meer de zoutkoepels. De COVRA heeft als taak om radioactief afval eerst tijdelijk en dan definitief op te slaan.[1]

Opslag in zoutkoepels noodzakelijk

De COVRA geeft aan hoe de veiligheidsanalyse eruit zal zien. Het nog op te stellen rapport “zal beginnen met een inleiding om het Nederlandse publiek bekend te maken met het concept van de definitieve berging.” In de inleiding “zal uitgelegd worden waarom definitieve berging noodzakelijk is.” 

Zoutkoepels hebben in de visie van de COVRA “veel positieve eigenschappen die maken dat ze een geschikt opslagmedium voor kernafval zijn.” Daarbij wordt verwezen naar onderzoek vanaf de jaren zeventig. De COVRA heeft het niet over welke zoutkoepels, maar het gaat om Ternaard in Friesland, Pieterburen en Onstwed­de in de provincie Groningen, Schoonloo en Gassel­te-Drouwen in Drenthe en de minder zekere zoutkoepels Hooghalen en Anloo in Drenthe.[2] [3] [4]

COVRA wil geheime interacties

In opdracht van de regering bereidt het Rathenau Instituut (RI) een discussie voor over de opslag van kernafval.[5] Vanaf de aankondiging in 2019 kent die discussie echter een valse start, omdat op de website van het RI aantoonbare onjuistheden staan.[6] De COVRA gaat het RI ondersteunen en zal “informele interacties organiseren met het RI om up-to-date feiten te verschaffen voor de dialoog.” Het gaat hier om de dialoog die het RI wil organiseren met de bevolking.

De COVRA heeft een budget van 3,5 miljoen euro, te betalen door de regering. Het RI krijgt op deze manier informatie aangeleverd, waar naar we aannemen niet voor betaald hoeft te worden. De COVRA verstrekt informatie, betaald door de overheid. Het RI wordt ook betaald door de overheid. Het zou voor de hand liggen dat maatschappelijke groeperingen ook een aanzienlijk bedrag aan subsidie krijgen van de overheid om gelijkwaardig mee te kunnen doen aan een dialoog. Daar is echter tot nu toe geen sprake van.

Daarnaast valt het op dat het RI blijkbaar heeft ingestemd met ‘informele interacties’ met de COVRA, dus met interacties waarvan in het openbaar niets bekendgemaakt wordt. Is het RI dan nog wel onafhankelijk en geschikt om een dialoog te organiseren?


[1] https://www.covra.nl/nl/organisatie/nieuws/nieuw-onderzoeksprogramma-naar-eindberging-van-start/, 4 november 2020.

[2] http://www.covra.nl/infocentrum/opera, rapport CORA (Commissie Opberging Radioactief Afval, 1995-2001).

[3] Herman Damveld, “Touwtrekken om radioactief afval. 25 Jaar plannen maken voor opslag in zoutkoepels“, Groningen, 2001.

[4] Commissie Opberging te Land (OPLA), Onderzoek naar de geo­logi­sche opberging van radioactief afval in Nederland. Eind­rap­port Aanvullend onderzoek van Fase 1 (1A), (1993).

[5] https://www.rathenau.nl/nl/kennisgedreven-democratie/definitieve-veilige-opslag-van-radioactief-afval-vereist-maatschappelijke, 11 juli 2019.

[6] http://www.co2ntramine.nl/valse-start-nieuwe-discussie-opslag-kernafval/#more-3406, 5 augustus 2019.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.