Aardbeving Zeerijp: wat weten we er van en wat doet de regering?

Op maandag 8 januari 2018 vond om 15.00 uur een aardbeving plaats bij Zeerijp. De aardbeving als gevolg van de gaswinning werd op veel uiteenlopende plekken in de provincie Groningen gevoeld. De redactie van RTV Noord werd overspoeld met telefoontjes en reacties op de Facebookpagina. De beving is zeker tot op een afstand van 25 kilometer van het epicentrum gevoeld, met schademeldingen vanuit Stad-Groningen op 20 kilometer afstand, Kloosterburen op 25 kilometer, Zuurdijk eveneens op 25 kilometer afstand en tot in Leek. Op 12 januari 2018 om 8.30 uur waren er ruim 2188 schademeldingen. Op 15 januari 2018 om 8.00 uur was dit opgelopen naar 2912.

Zwaarte aardbeving

Het KNMI stelde de kracht van de beving vast op 3.4 op de schaal van Richter De werkgroep Onafhankelijk Meten Effecten Mijnbouw (OMEM) stelde in een persbericht van 14 januari met een aanvulling op 16 januari 2018 echter: “Een gemiddelde van 27 metingen van het KNMI geeft een sterkte van 3.58 Richter.”

Deze beving werd door bewoners als zwaarder gevoeld dan de beving bij Huizinge in 2012. De gemeten grondversnelling bij Zeerijp was 0,116g, tegen 0,08g bij Huizinge. Een sterkte van 3.58 op de schaal van Richter spoort volgens OMEM met de gemeten grondversnelling. Daarbij moeten we bedenken dat de schade niet zozeer bepaald wordt door de kracht van de aardbeving, maar door de diepte ervan en de lokale bodemgesteldheid. Dat wil zeggen door de versnelling van de grond, “door het schudden van de grond tijdens een aardbeving,” zoals de NAM het omschrijft.

Hoe kan dat, de aardbeving bij Huizinge was hoger op de schaal van Richter, maar kende een lagere grondversnelling en klopt de visie van OMEM? Het SodM deelt desgevraagd mee: “De grondversnelling is behalve van de kracht van de beving afhankelijk van de diepte van de beving en de grondsamenstelling. Slappere grond leidt tot een hogere grondversnelling. Lokale grondgesteldheid kan leiden tot verschillende grondversnellingen bij eenzelfde kracht van beving.” Uiterlijk 25 januari a.s. komt het SodM met een rapport waarin ook de visie van OMEM wordt meegenomen.

NAM: aardbeving niet verrassend

De NAM concludeerde op 10 januari 2018: “Er zijn op dit moment geen indicaties dat de beving wetenschappelijk verrassend is. De kans op een aardbeving zoals die heeft plaats gevonden bij Zeerijp wordt in de recente rapportage onderkend en past binnen de verwachtingen zoals gedocumenteerd in de rapportage. Zo wordt de kans op een aardbeving in 2018 met een magnitude groter dan 3,6 op de Richter schaal (de magnitude van de Huizinge beving in 2012) ingeschat op 16%.” Wel wil de NAM voorlopig stoppen met de winning in de regio Loppersum en Eemskanaal als onderdeel van een verlaging van de winning uit het Groningen-veld. Daarmee verwacht de NAM: “de veiligheid en veiligheidsbeleving binnen acceptabele parameters te houden.” Of dat klopt is de vraag, aangezien de winning in de regio Loppersum en Eemskanaal slechts 5% was van de totale gaswinning (zie tabel).

Gaswinning Groningen-veld in miljard kubieke meter

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Gasjaar 2016/17

Loppersum

15,30

15,39

17,13

2,59

1,66

1,01

0,81

0,87

Eemskanaal

1,62

1,69

2,55

2,09

1,14

0,90

0,42

0,29

Regio Zuidwest

9,38

9,88

12,88

13,58

8,15

7,44

6,01

6,61

Regio Oost

20,49

20,81

21,30

24,15

17,16

17,84

16,34

16,20

Totaal

46,79

47,77

53,86

42,41

28,10

27,59

23,58

23,89

 

Staatstoezicht: code rood voor Groningen

Het SodM verklaarde op 11 januari 2018 dat er sprake is van code rood in Groningen: “De gasproductie in Groningen moet omlaag om het risico op aardbevingen te verminderen. De voorgestelde maatregelen van de NAM zijn een stap in de goede richting maar niet concreet genoeg, aldus het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Omdat Groningen zich op dit moment in het hoogste alarmeringsniveau bevindt (code rood), is vanuit het oogpunt van veiligheid naar verwachting een flinke productievermindering noodzakelijk. SodM gaat de komende twee weken bepalen met hoeveel, waar en hoe de gasproductie moet worden verminderd. (…) Het advies van SodM zal (…) alleen gebaseerd zijn op veiligheidsoverwegingen.

Vrijgekomen aardbevingsenergie

Bij aardbevingen als die bij Zeerijp is naast de kracht op de schaal van Richter en de grondversnelling ook van belang hoeveel seismische energie is vrijgekomen. Dat zien we in bijgevoegde figuur van het SodM die de Belgische geoloog Manuel Sintubin heeft geactualiseerd. Opvallend is dat bij de aardbeving bij Zeerijp meer energie vrijkwam dan jaarlijks van 2007 tot en met 2011 en van 2014 tot en met 2017.

De gekleurde lijnen geven de verwachte seismische energie aan bij de verschillende winningsniveaus, uitgedrukt in BCM, dat is miljard m3. Daaruit blijkt dat bij de aardbeving bij Zeerijp meer energie is vrijgekomen dan verwacht. De achterliggende schaduw geeft de onzekerheidsmarge weer en daarom kon de NAM stellen dat Zeerijp wetenschappelijk gezien niet verrassend was.

Minister Wiebes: eind maart meer duidelijkheid

Uiterlijk eind maart moet duidelijk zijn met welk niveau de gaswinning in Groningen kan worden verminderd. Minister Wiebes zei op 16 januari jl. tijdens een debat met de Tweede Kamer over de situatie in Groningen: “Ik beschouw dit terrein echt als een falen van overheden en ik vind dat daar een eind aan moet komen. Ik weet dat ik daar nu verantwoordelijk voor ben, samen met de regio, maar ik heb wel een belangrijke rol. (…) De NAM moet geen rol hebben in de verstevigingsoperatie. De NAM moet geen rol hebben in de vaststelling van het winningsniveau. Groningers moeten dus ook niet met de NAM te maken hebben. Groningers melden zich ergens aan een voordeur en de achterdeur is ergens een aangelegenheid van het Rijk. Ik denk dat de loskoppeling van die voordeur en die achterdeur belangrijk is. (…) In november ben ik een inventarisatie gestart om te kijken wat er deze kabinetsperiode al kan gebeuren, dus niet op de langere termijn, maar al veel eerder. (…) Een kleine 40 grootverbruikers gebruiken al meer dan 3 miljard kuub. De ruwweg 200 directe aansluitingen gebruiken meer dan 5,5 miljard kuub. (…) We moeten een flink deel van deze grootverbruikers in deze kabinetsperiode zien om te schakelen. Dat gaat allemaal stuk voor stuk. Het wordt een hele grote operatie, maar ik zie geen alternatief. “Wij hebben code rood!” wordt vanaf de tribune geroepen. Zo is het. Dat betekent dus: we moeten van het gas af. (…) Een heel serieuze optie die ook nog steeds in de race is en meedoet, is de stikstofinstallatie. Ook die doet mee in de overweging. Ik maak het totale pakket. Daar moet een kabinetsbeslissing over komen en dan komt het in het eerste kwartaal naar de Kamer toe.”

Dit artikel noemt de aardbevingen bij Huizinge in 2012 en bij Zeerijp in januari jl. In de tussenliggende jaren er al veel gebeurd met de gaswinning en de aardbevingen. Voor een overzicht verwijzen we naar Aardgas en aardbevingen: een chronologie 2012-2018.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Eén gedachte over “Aardbeving Zeerijp: wat weten we er van en wat doet de regering?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.