Er is nog uranium omdat er minder kerncentrales zijn gebouwd

Er is nog uranium voor de komende tientallen jaren. De reden hiervoor is simpel: er zijn veel minder kerncentrales in bedrijf dan in het verleden verwacht werd. Het Nucleaire Energie Agentschap (NEA) te Parijs heeft op 12 september het rapport “Uranium 2014: Resources, Production and Demand” uitgebracht. Dit rapport staat ook wel bekend als “Red Book” en verschijnt om de drie jaar.

Het NEA geeft aan hoeveel uranium er gebruikt wordt en wat de voorraden zijn. Alle kerncentrales wereldwijd met een vermogen van 372.000 Megawatt gebruiken in 2014 bijna 60.000 ton uranium. Volgens het NEA, een instituut dat vóór kernenergie is, zijn de bewezen en geschatte voorraden 4,6 miljoen ton. Daar komt nog eens 3,0 miljoen ton bij op grond van redelijk betrouwbare gegevens die nog nader getoetst moeten worden. Samen gaat het dan om 7,7 miljoen ton, die het NEA de “geïdentificeerde voorraad” noemt. Daarnaast schat het NEA de niet-ontdekte en speculatieve voorraden uranium op 7,6 miljoen ton.

Hoelang die bewezen en geschatte voorraad van 4,6 miljoen ton uranium meegaat is natuurlijk afhankelijk van de vraag. Bij het huidige gebruik van uranium is die voorraad over 76 jaar op (76 maal huidig jaarlijks verbruik van 60.000 ton). Als we daar de 3 miljoen ton nader aan te tonen voorraad bij optellen, komen we op 126 jaar.

Vier jaar geleden was de vraag nog 66.500 ton uranium per jaar. Dat komt doordat toen nog alle Japanse en Duitse kerncentrales in bedrijf waren. Als we dat als uitgangspunt nemen, zou er nog voor 115 jaar voorraad zijn in plaats van 126 jaar.

Hier zien we dus de betrekkelijkheid van het noemen van een aantal jaren. Dat blijkt des te meer als we er nog een ander voorbeeld bij halen. In 1976 schatte het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) dat in het jaar 2000 kerncentrales wereldwijd een vermogen van 2.300.000 Megawatt (MW) zouden hebben. Als die IAEA-verwachting was uitgekomen, zou er vanaf 2000 jaarlijks 430.000 ton uranium nodig zijn geweest als brandstof voor die kerncentrales: vanaf 2000 tot eind van dit jaar gaat het in dit voorbeeld om 6,5 miljoen ton uranium. Dat zou echter wel betekend hebben dat de bewezen en redelijk zeker geschatte voorraad uranium van 4,6 miljoen ton, nu al op zou zijn geweest. Doordat er veel minder kerncentrales gebouwd zijn dan in de jaren 70 werd verwacht, kan de kernindustrie beweren dat men nog lang vooruit kan met uranium.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.