Regering wil kernafval loskoppelen van nieuwe kerncentrale

De voorliefde van de regering voor de bouw van nieuwe kerncentrales is de afgelopen vijf jaar steeds sterker geworden. Terwijl de ondergrondse opslag van kernafval eerst nog een voorwaarde was voor de vergunning voor kerncentrales, is daar nu geen sprake meer van. Zo legt de regering de loper uit voor de energiebedrijven Essent en Delta om in Zeeland een tweede kerncentrale te bouwen.

De vraag of het verantwoord is om kernafval te maken dat een miljoen jaar gevaarlijk blijft, hoeven Essent en Delta dus niet te beantwoorden. Maar het probleem niet onder ogen te willen zien, betekent niet dat het probleem niet bestaat. Het huidige beleid trekt een onverantwoorde wissel op de toekomst.

2006: voor 2016 besluit definitieve opslag

Op 29 september 2006 liet de toenmalige staatssecretaris van Milieu Van Geel (CDA) weten aan welke voorwaarden de bouw van nieuwe kerncentrales moet voldoen. Naast bijvoorbeeld veiligheid ging het over de definitieve opslag van kernafval. Van Geel schreef hierover: “Voor het in bedrijf gaan van een nieuwe kerncentrale, maar uiterlijk in 2016, moet er door de overheid een besluit genomen zijn omtrent de eindbestemming voor het radioactief afval, tenzij eventuele Europese regelgeving tot een besluit op een eerdere datum verplicht.”

En: “Met zo’n besluitvorming wordt een duidelijk signaal afgegeven, n.l. dat Nederland een nieuwe stap heeft gezet in het besluitvormingsproces om te komen tot een definitieve oplossing voor het radioactief afval. Binnen Europa zou Nederland zich hiermee voegen bij het groeiende aantal landen dat de urgentie van het probleem onderkent.”

Als van tevoren duidelijk moet zijn, waar het kernafval naar toe moet, had de regering heel snel moeten starten met proefboringen in zoutkoepels. Hier de zoutkoepels die in aanmerking komen: Ternaard in Friesland; Pieterburen, Onstwedde en Winschoten in de provincie Groningen; Schoonlo, Gasselte-Drouwen, Hooghalen en Anloo in Drenthe.

2009: te weinig kernafval

In de jaren daarop werd deze visie afgezwakt. Toenmalige milieuminister Cramer (PvdA) bijvoorbeeld schreef op 30 juni 2009 aan de Tweede Kamer dat ze de randvoorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales opnieuw zou bekijken. De minister stelde in dezelfde brief “dat het, gezien de omvang van de Nederlandse nucleaire sector, niet economisch haalbaar is om op dit moment voor de huidige hoeveelheid afval een eindberging te construeren.”

Een opvallende redenering. De minister zei in feite dat er in Nederland te weinig kerncentrales zijn en dat het met meer kerncentrales wel uit zou kunnen. Ze heeft het er niet meer over dat opslag van kernafval een voorwaarde is voor nieuwe kerncentrales. Nee, omgekeerd zijn nieuwe kerncentrales nodig om afvalopslag economisch haalbaar te maken.

2010: werken aan draagvlak opslag

De voormalige minister van Economische Zaken, Maria J.A. van der Hoeven (CDA), heeft op 29 april 2010 een brief gestuurd aan de Tweede Kamer over kernenergiescenario’s. Daarin stelt ze dat er hoe dan ook wat met het kernafval moet gebeuren: “Onafhankelijk van de keuze voor een bepaald scenario is eindberging van radioactief afval nodig”.

En: “De bouw van een terugneembare berging in geschikte zout- of kleivoorkomens is in Nederland technisch gezien mogelijk, maar maatschappelijk omstreden”.

De minister vindt dat er “een stappenplan ter bevordering van de acceptatie van eindberging opgesteld kunnen worden. De snelheid waarin deze maatregelen genomen worden, kan per scenario verschillen. Zo kan het politiek en maatschappelijk gezien gewenst zijn dat deze aspecten worden gestart of gerealiseerd voordat eventuele vergunningen voor nieuwe kerncentrales worden toegekend.”

2011: kernafvalprobleem doorschuiven

In het regeerakkoord van de huidige regering staat: “aanvragen van vergunningen voor de bouw van een of meer nieuwe kerncentrales die voldoen aan de vereisten, worden ingewilligd”. De huidige minister van Economische Zaken, Maxime Verhagen, heeft die vereisten ingevuld en duidelijk afstand genomen van zijn voorgangers. Op 11 februari 2011 publiceerde hij de Randvoorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales. De minister stelde dat het kernafval na 100 jaar bovengronds in Zeeland in zoutkoepels of kleilagen opgeborgen moet worden.

Dat moet op zo’n manier gebeuren, dat men er bij kan: dit heet terugneembaarheid: “Terugneembare eindberging van hoogradioactief afval in de diepe ondergrond is op een veilige wijze mogelijk. Daarom stuurt Nederland aan op een terugneembare eindberging in de diepe ondergrond, waarbij gedacht wordt aan zout- of kleilagen”, stelde Verhagen.

Het aansturen betekent dat de minister beleid ontwikkelt: “Uiterlijk in 2014 zal ik een programma afronden dat ingaat op de te nemen stappen om te komen tot een eindbestemming voor het radioactief afval”, schrijft hij. Tegelijk wil de minister wel doorgaan met de vergunningverlening voor een nieuwe kerncentrale in Zeeland.

In de visie van minister Verhagen is een besluit over de definitieve opslag van kernafval in zoutkoepels of kleilagen geen vereiste meer voor het afgeven van een vergunning voor een nieuwe kerncentrale. Hij koppelt het probleem van de opslag van kernafval los van de bouw van een kerncentrale in de hoop dat er in de toekomst wel een oplossing voor komt.

De aansturing van de minister ziet men terug in het onderzoek dat de minister betaalt. De Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) bij Vlissingen is verantwoordelijk voor de opslag van alle soorten kernafval in Nederland. COVRA is een NV waarvan alle aandelen sinds 2002 in handen zijn van de rijksoverheid. Op 5 juli 2011 begon de COVRA met het OnderzoeksProgramma Eindberging Radioactief Afval (OPERA). In de toelichting staat: “De besluitvorming over een eindbergingsfaciliteit voor het Nederlandse radioactieve afval is een proces met een zeer lange tijdshorizon (volgens het huidige beleid tenminste 100 jaar) dat stapsgewijs zal worden uitgevoerd.”… “Internationale ervaringen leren dat dit een proces is van tenminste 20 – 25 jaar. De uiteindelijke bouw van de faciliteiten zal naar verwachting nog eens 5 – 10 jaar in beslag nemen. Dit betekent dat een eindberging in Nederland niet voor 2130 in bedrijf zal zijn.”

De COVRA vraagt zich dus niet af, of het verantwoord is om door te gaan met kernenergie. De stilzwijgende vooronderstelling is dat we het probleem rustig door kunnen schuiven naar de toekomst. Het is vooruitschuiven van het probleem om weerstand van de bevolking te ontwijken en ondertussen door te kunnen gaan met de bouw van een tweede centrale. Maar rond 2130 moet alle energie uit duurzame bronnen komen en is er geen kernenergie meer. Of er dan`, om maar eens wat te noemen, nog kennis over kernafval aanwezig is, is zeer de vraag. Daarom is het enige verstandige besluit om nu te stoppen met kernenergie.

Download als PDF inclusief alle bronnen
Download het gehele artikel, Regering wil kernafval loskoppelen van nieuwe kerncentrale, inclusief specifieke bronvermeldingen als PDF.

Bronnen

  • http://www.kernenergieinnederland.nl/files/20060929-randvoorwaarden.pdf, Ministerie van VROM Notitiebijlage bij brief SAS/DVO/2006296794, 29 september 2006, p 25.
  • Ministerie VROM, kenmerk RB/2009040895, 30 juni 2009.
  • http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2010/04/29/uitwerking-kernenergiescenario-s-naar-tweede-kamer.html, 29 april 2010.
  • http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kernenergie/plannen-voor-nieuwe-kerncentrales.
  • M.J.M. Verhagen, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2011/02/11/randvoorwaarden-voor-de-bouw-van-nieuwe-kerncentrales.html, 11 februari 2011.
  • http://www.covra.nl/over-covra/organisatie.
  • http://www.covra.nl/nieuws/2011/07/start-onderzoeksprogramma-eindberging-radioactief-afval-opera, 5 juli 2011.
  • OPERA-PG-COV002 Meerjarenplan Opera, 5 juli 2011.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.