Fukushima was “Made in Japan”

Het ongeluk met de kerncentrales te Fukushima was het gevolg van een cultuur van wegkijken en elkaar de hand boven het hoofd houden. Daarom was het ongeluk “Made in Japan”. Dat schrijft de officiële onderzoekscommissie van het Japanse parlement in een onthutsend rapport over de oorzaken van de ramp.

Al jaren voordat het ongeluk gebeurde in maart 2011 waren er maatregelen voorgesteld die het ongeluk hadden kunnen voorkomen als ze waren uitgevoerd. Het energiebedrijf Tokyo Electric Power Company (TEPCO), de exploitant van de Fukushima-kerncentrales, wist al sinds 2006 dat er ernstiger aardbevingen voor zouden kunnen komen dan waar de centrale op gebouwd was. In maart 2008 stelde TEPCO dat de centrale toch voldoende bestand was tegen aardbevingen: het Japanse parlement concludeert nu dat de onderbouwing volstrekt onvoldoende was. De toezichthouder namens de overheid (NISA) stemde echter in 2009 in met de visie van TEPCO. Daarom werden geen maatregelen genomen.

De bouw van Fukushima begon in 1967. In de loop van de tijd bleek uit onderzoek dat ernstiger tsunami’s mogelijk waren dan waar in het ontwerp rekening was gehouden. In 2006 wisten de regering en TEPCO dat de kerncentrale beschadigd zou kunnen worden bij zo’n ernstiger tsunami. TEPCO wees erop dat de kans op een grote tsunami klein was en maakte een – volgens het Japanse parlement ondeugdelijke – berekening om te bewijzen dat er geen maatregelen genomen hoefden te worden. NISA was het weliswaar niet eens met TEPCO, maar legde zich daarbij neer.

De brandstofelementen in een kerncentrale moeten gekoeld kunnen worden om te voorkomen dat de centrale uiteindelijk ontploft. Voor die koeling zijn elektrisch aangedreven pompen nodig en daarom is een goede noodstroomvoorziening van levensbelang. De noodstroomvoorziening was echter erg gebrekkig en de systemen waren niet onafhankelijk van elkaar, concludeert het Japanse parlement. Er waren weliswaar verschillende stroomleidingen naar de centrale, maar die kwamen vanuit twee beginpunten die tegelijk kapot gingen bij de aardbeving. Dieselgeneratoren voor de noodstroomvoorziening stonden dicht bij de centrale en die werden overspoeld door de tsunami. Daardoor vielen alle noodstroomvoorzieningen tegelijk uit.

TEPCO had geen idee hoe men met een dergelijke situatie om zou moeten gaan en daarom was het onmogelijk om de loop der dingen nog te veranderen, stelt het Japanse parlement. Dit leidde onontkoombaar tot explosies waardoor radioactiviteit vrij kwam in de omgeving. Zo’n 150.000 mensen werden geëvacueerd en 1800 vierkante kilometer land is vanwege de stralingsbelasting ongeschikt voor bewoning en landbouw.

Het rapport is hier te downloaden.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.