Bij gasopslag Norg/Langelo even zware aardbevingen als in Groningen mogelijk

De NAM wil 7 miljard kubieke meter (m3) gas opslaan bij Norg in het oude gasveld Langelo, onder de gemeenten Noordenveld en Leek. De vergunning stond echter hooguit 5,9 miljard m3 toe. Een uitspraak van de Raad van State van 7 september 2017 heeft dat in de praktijk tot 5 miljard m3 beperkt. Voordat de gasopslag 5,9 miljard m3 mag worden, moet de minister van Economische Zaken volgens de Raad van State “eerst een nieuw besluit nemen waarin hij de verruiming van de gasdruk beter motiveert. Minister Kamp van Economische Zaken legde dat op 23 oktober 2017 uit als: “Dit betekent dat de NAM in ieder geval tot medio maart 2018 niet 5.6-6.1 miljard m3 gas kan opslaan maar 4.8-5.3 miljard m3 gas. De gasopslag Norg is hiermee beperkter inzetbaar deze winter.”

Bij een gasopslag van 7 miljard m3 is volgens de NAM en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) een aardbeving tussen de 3.6 en 4.0 op de schaal van Richter mogelijk. Dat staat in een nog niet gepubliceerd rapport van het SodM dat Co2ntramine in handen heeft. Het rapport is al van juli 2017, maar het SodM was er nog niet aan toegekomen het op de site te zetten. Ter vergelijking: de zwaarste aardbeving in Groningen tot nu toe was in augustus 2012 bij Huizinge en had een kracht van 3.6 op de schaal van Richter. Een aardbeving van 4.0 is 2,5 keer zo zwaar als die bij Huizinge en er komt 4 keer zoveel energie bij vrij.

In het SodM-rapport (PDF 21 MB) lezen we op pagina 10 dat volgens de NAM het veiligheidsrisico bij dergelijke aardbevingen niet kan “escaleren”. Op basis hiervan concludeert de NAM dat “het veiligheidsrisico feitelijk verwaarloosbaar is.” De NAM verwacht wel “schade aan gebouwen (…), lichte, niet constructieve schade aan meerdere gebouwen en matige schade (scheuren in muren tot constructieve schade) aan enkele gebouwen.”

Meer gas opslaan voor de leveringszekerheid

Sinds 1997 slaat de NAM aardgas op bij Norg/Langelo. Vanuit deze ondergrondse gasopslag kan de NAM direct extra aardgas leveren, bijvoorbeeld als het plotseling kouder wordt. In de woorden van de NAM: “Als de vraag onverwacht snel stijgt, kunnen de kleine gasvelden en het Groningen-veld dit niet aan. Vandaar dat gekozen is voor ondergrondse gasopslag als reservebuffer.” De gasopslag bij Norg vormde daarmee een aanvulling op gas uit het Groningen-veld.
In de zomer wordt het gas erin gepompt en in de winter eruit gehaald. In 2004 mocht maximaal 3 miljard m3 gas worden opgeslagen, maar dat is in 2014 opgehoogd naar 7 miljard m3. Volgens de NAM kan bij deze opslagcapaciteit in de winter gemiddeld per dag 76 miljoen m3 gas uit de grond worden gehaald, met een maximum van 96 miljoen m3 per dag.

Maar ook dan komt in het winterhalfjaar minder gas beschikbaar uit het Groningen-veld dan voor 2012 in de winter gewonnen werd. In de jaren voor de aardbeving in Huizinge in 2012 werd uit het Groningen-veld gemiddeld zo’n 40 miljard m3 gas gewonnen. In het zomerhalfjaar (april t/m september) was dat 10 miljard m3, dat is gemiddeld 55 miljoen m3 per dag. In het winterhalfjaar (oktober t/m maart), ging het om 30 miljard m3, dat is per dag gemiddeld 165 miljoen m3. Als we de huidige gaswinning uit het Groningen-veld van 59 miljoen m3 per dag optellen bij de 76 miljoen m3 die de opslag in Norg gemiddeld kan leveren, komen we op 135 miljoen m3 per dag.
Er zal dus bij het huidige gasgebruik nog meer moeten gebeuren en dat kan gedeeltelijk ook. Sinds kort weten we dat er jaarlijks nog eens 3 miljard m3 gas beschikbaar kan komen. Gasunie Transport Services beargumenteert namelijk in een rapport dat op 26 mei 2017 verschenen is, de bestaande installaties voor de omzetting van hoog- naar laagcalorisch gas slimmer te kunnen gebruiken. Dit “betekent dat er met de bestaande (…) installaties ruim 3 miljard m3 additioneel laagcalorisch gas gemaakt kan worden ten opzichte van de inschattingen vorig jaar.” Als we aannemen dat dit alleen in de drie wintermaanden gebeurt, komt het neer op 25 miljoen m3 per dag. Opgeteld bij de eerder genoemde 135 miljoen m3 per dag, komen we bijna op de vroegere gaswinning in de winter uit het Groningen-veld.

Hogere druk Norg meer risico’s

Hoe meer gas opgeslagen wordt in Norg, hoe hoger de druk ondergronds. Geeft dit meer risico? Daarover was onenigheid tussen de NAM en minister Kamp. De minister stelde in 2014 een maximumdruk vast van 327 Bar. De NAM liet in juli 2015 minister Kamp weten een maximumdruk van 347 Bar te willen. Als de minister dat niet toestond, kon volgens de NAM veel minder gas opgeslagen worden of zoals de NAM het omschreef: “leidt dit tot een significante reductie van de mogelijke inzet van de ondergrondse gasopslag.”
De minister van Economische Zaken stemde in augustus 2015 in met de eis van de NAM wat betreft de druk ondergronds. De gemeentebesturen van Noordenveld en Leek tekenden beroep aan tegen het besluit van de minister. Ze hebben op 31 augustus jl. een dringend beroep gedaan op de Raad van State om de opslag de komende maanden te beperken tot 5 miljard m3. Volgens burgemeester Klaas Smid van Noordenveld is 7 miljard m3 gasopslag volstrekt onverantwoord en bestaat er wel degelijk risico op aardbevingen en schade. Meer gasopslag bij Norg moet ervoor zorgen dat er minder aardbevingen zijn in Groningen. De betreffende gemeentebesturen wijzen erop dat dan in hun gemeenten een grotere kans bestaat op aardbevingen.
De Raad van State heeft de gemeentebesturen gelijk gegeven. Navraag bij de Raad van State leert dat maximaal 5 miljard m3 gas opgeslagen kan worden bij de druk ondergronds van 327 Bar waar de regering in 2014 mee heeft ingestemd. Bij de hogere druk ondergronds van 347 Bar die de regering op verzoek van de NAM in 2015 toestond, gaat het om maximaal 5,9 miljard m3 gas. Minister Kamp stelde op 23 oktober 2017 dat een hogere druk wel verantwoord is onder verwijzing van een advies van het SodM dat ”een andere druk voor het compartiment niet tot een andere inschatting van het seismisch risico leidt dan is ingeschat in 2014.”

Norg moet flexibel zijn, nu het Groningen-veld dat niet meer is

De druk om meer gas in Norg te willen opslaan blijft bestaan, vooral als we een erg koude winter tegemoet gaan. Hier wreekt zich het falen van het energiebeleid. De Gasunie wist al jaren dat er minder gas uit Groningen gewonnen kan worden. Dat was ook bij de regering bekend. Maar een plan om minder gas uit Groningen te halen, werd niet gemaakt.
Minder gas uit Groningen vanwege de aardbevingen? Dan meer gasopslag bij Norg. Dat blijkt uit een rapport dat TNO op 31 augustus 2017 heeft uitgebracht. TNO wees erop dat de gasopslag bij Norg een andere rol en betekenis heeft gekregen. Aanvankelijk was de gasopslag bedoeld als aanvulling op gas uit het Groningen-veld. Nu wordt deze gasopslag een belangrijk alternatief voor het Groningen-veld. De regering heeft het gasbeleid in 2016 namelijk op een wezenlijk punt veranderd. In de jaren voor de aardbeving in Huizinge in 2012 zorgde het Groningen-veld zorgde voor een aanvulling op de winning van gas uit de kleine velden, om zo aan de vraag te voldoen. Die vraag wisselde sterk per seizoen, was flexibel. In het TNO-rapport lezen we: “Deze flexibiliteit is in 2016 bij ministerieel besluit verdwenen: het Groningen-veld produceert nu met een vlak profiel van 21,6 miljard m3 per jaar.” Dit komt neer op 59 miljoen m3 per dag. Het argument van de regering voor deze vlakke dan wel gelijkmatige gaswinning is dat er dan minder aardbevingen in Groningen zouden optreden.
Om aan de wisselende vraag naar gas te voldoen moet de oplossing elders gevonden worden. De gasopslag wordt daarmee een belangrijk alternatief voor de winning van aardgas uit het Groningen-veld. Dat was aanvankelijk echter niet zo bedoeld.

Bijlage: Gasopslag Norg korte uitleg en geschiedenis

De ondergrondse opslag van aardgas in het Drentse Norg (bij Langelo) is uitgebreid. Daardoor gaat er meer gas in en uit het gasveld. Het laagcalorisch aardgas uit de ondergrondse gasopslag bij Norg is bestemd voor Nederlandse huishoudens.
Om deze gasopslag ook in de toekomst optimaal te kunnen gebruiken moeten de veiligheidseisen echter aangepast worden. En daar heeft minister Kamp op 6 augustus 2015 mee ingestemd.

Gasopslag onder wisselende druk

Een korte uitleg. We kennen allemaal het begrip druk, bijvoorbeeld luchtdruk. Hoge luchtdruk staat voor mooi weer en lage luchtdruk voor storm en regen. De luchtdruk wordt weergegeven in Milli-Bar, dat is een duizendste Bar.
Onder de grond is ook druk. Op drie kilometer diepte waar het aardgas zit, is de druk vele malen hoger dan de luchtdruk. Zo ook bij het gasveld Norg. Toen de NAM daar gas begon te winnen, was de druk ongeveer 300 Bar. Gaswinning betekent dat de druk daalt en dat kan ondergrondse verstoringen geven die zich uiten als aardbevingen.
Het gasveld Norg heeft echter een andere functie gekregen. Vanaf 1997 slaat de NAM er aardgas op. In de zomer wordt het gas erin gepompt en in de winter eruit gehaald. In 2004 mocht er maximaal 3 miljard m3 gas worden opgeslagen, maar dat is op 26 juni 2014 opgehoogd naar 7 miljard m3 gas. Minister Kamp noemde als reden: “Weliswaar is het Groningenveld in staat om flexibel te produceren – dat wil zeggen meer productie in de winter en minder in de zomer – maar deze mogelijkheid neemt sterk af doordat als gevolg van de winning de opwaartse druk in het veld terugloopt. Om onder deze omstandigheid toch de leveringszekerheid van laagcalorisch gas te kunnen garanderen, is uitbreiding van de opslagcapaciteit noodzakelijk.” De NAM heeft op 16 juli 2015 aan minister Kamp laten weten dat de eisen die de minister in 2014 heeft opgelegd, te streng zijn.

NAM wil grotere drukverschillen

Het gasveld Norg bestaat als het ware uit vier blokken, ook wel compartimenten geheten, die met elkaar communiceren, legde minister Kamp op 23 oktober 2017 uit: “In compartiment 2 bevindt zich het gesteente met de beste reservoireigenschappen en het grootste deel van het opgeslagen gas. De meeste injectie- en productieputten bevinden zich in compartiment 2. Sinds de ingebruikname van de gasopslag Norg geldt een maximaal gemiddelde reservoirdruk van 327 bar voor het gehele reservoir, hierbij is de druk in compartiment 2 in bijna elk jaar rond de 347 bar geweest. De druk in compartiment 2 ligt hoger en lager dan de gemiddelde reservoirdruk om het gas te kunnen injecteren en het eruit te kunnen halen.”
Als het gas er in de zomer in wordt gepompt, stijgt de druk en die daalt in de winter als het eruit wordt gehaald. Er zijn wettelijke bepalingen voor de druk: maximaal 327 Bar en minimaal 235 Bar. De NAM wil nu voor het blok met het meeste gas een maximum van 347 Bar en een minimum van 225 Bar. Als dat niet mag, kan veel minder gas opgeslagen worden of zoals de NAM het omschrijft, leidt het tot “een significante reductie van de mogelijke inzet van de ondergrondse gasopslag.”
De wettelijke bepalingen zijn opgelegd, erkent de NAM, vanwege mogelijke aardbevingen.
De NAM vermeldt dat bij Norg twee aardbevingen zijn geweest: op 3 mei 1995 met 1.5 op de schaal van Richter (dat was in de laatste fase van de gaswinning) en op 7 juni 1999 met 1.1 op de schaal van Richter (bij ingebruikname als gasopslag). Daarna, dus de afgelopen 16 jaar, waren er geen aardbevingen. Dat is voor de NAM een doorslaggevend argument om aan de regering te vragen drukverhoging en -verlaging toe te staan.
De NAM is overigens blijkbaar zelf verbaasd over het feit dat er niet meer aardbevingen zijn geweest en weet ook niet goed hoe dat kan. Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens de NAM dat de wisselende drukken “elastische deformatie veroorzaken”, waarbij spanningen als het ware opgevangen worden door het gesteende zonder dat het gaat beven. Toch zijn volgens de NAM in de toekomst aardbevingen krachtiger dan 1.5 op de schaal van Richter, niet uit te sluiten. Dat zijn dus aardbevingen, die krachtiger zijn dan zich tot nu toe hebben voorgedaan bij Norg.

Adviescommissie met aarzelingen

Minister Kamp heeft over het voorstel van de NAM op 3 augustus 2015 een advies gekregen van de Technische commissie bodembeweging (Tcbb). Deze commissie “benadrukt het feit dat er over het gedrag van het veld onder de voorgenomen condities onvoldoende bekend is. (….) De jaarlijks te verwachten drukschommelingen hebben zich in het verleden slechts eenmaal voorgedaan. Het feit dat zich toen geen seismische problemen hebben voorgedaan is geen garantie dat dat in de toekomst ook het geval zal zijn.”
Behalve wisselingen in de druk van het veld wijst de Tcbb ook op de kans op aardbevingen als er in korte tijd meer gas wordt verplaatst. Immers, in het verleden ging het om 3 miljard m3 per jaar en nu om 7 miljard m3. Als er in het verleden geen bevingen zijn geweest, welke garantie hebben we dan voor de toekomst in de nieuwe situatie?
“Over de vraag of ook de snelheid waarmee gas in en uit het veld stroomt van invloed is op het seismisch risico, wordt door deskundigen nog gediscussieerd. De in de toekomst te verwachten productievolumina zijn eveneens slechts eenmaal voorgekomen.” Tot zover de Tcbb.

Minister Kamp eens met de NAM

Nu zou men kunnen verwachten dat minister Kamp het plan van de NAM afwijst, gegeven de twijfels die de Tcbb heeft. Maar dat is niet het geval. De minister stemde op 6 augustus 2015 in met de wensen van de NAM wat betreft de verhoging van de druk. Minister Kamp heeft dan ook op 4 januari 2016 de bezwaren van onder meer de colleges van Noordenveld en Leek ongegrond verklaard.

Raad van State vernietigt besluit minister Kamp

Daarop gingen de gemeentebesturen van Noordenveld en Leek in beroep, onder meer vanwege de 91 schademeldingen aan gebouwen in 2014/2015. De Raad van State gaf de gemeentebesturen op 22 maart 2017 gelijk en vernietigde het besluit van minister Kamp van 6 augustus 2015 omdat het niet was voorzien van een deugdelijke motivering.

Raad van State schort besluiten op

Op 7 september 2017 heeft de Raad van State een nieuw standpunt ingenomen. Nu gaat het niet meer over vernietiging maar over schorsing van besluiten. We volgen hier de redenering van de Raad van State.
De Raad van State merkt op dat de regering een nieuw besluit over gasopslag bij Norg moet nemen. Dat wordt niet voor 1 februari 2018 verwacht. Maar er zijn wel twee belangrijke nieuwe feiten die een rol spelen bij de uitspraak van de Raad van State.
Ten eerste verwijst de Raad van State naar adviezen van het Staatstoezicht op de Mijnen en de Tcbb van 6 juli 2017 respectievelijk 10 augustus 2017: “Samengevat wordt daarin geconcludeerd dat seismische activiteit voor de toekomst niet kan worden uitgesloten en dat de inschatting van het seismisch risico en de integriteit van het afdekkend gesteente, ook met de kennis van nu, niet verandert door de verruiming van het drukbereik in compartiment 2.” Kortom, aardbevingen kunnen niet worden uitgesloten, maar met de gevraagde drukverhoging wordt het niet erger.
Ten tweede stelt de Raad van State dat de leveringszekerheid van laagcalorisch gas uit het Groningen-veld in de winter van 2017/2018 niet in het gedrang komt als er in Norg maximaal 5 miljard m3 opgeslagen wordt. Weliswaar wil minister Kamp 5,9 miljard m3, maar dat steunt de Raad van State niet onder verwijzing naar een rapport van Gasunie Transport Services van 17 mei 2017. Daarbij merkt de Raad van State ook op: “Daarnaast heeft de NAM ter zitting uiteengezet dat zij noch de minister invloed heeft op de inzet van het gas uit het opslagveld Norg, aangezien dat is uitbesteed aan GasTerra.”

De Raad van State kwam tenslotte tot een ingewikkelde conclusie.

Aan de uitbreiding van de gasopslag wordt niet getornd. Het gaat uitsluitend om de verhoogde druk. Die is niet toegestaan. Eerst moet de regering een nieuw besluit nemen over de gasopslag, inclusief een motivering waarom de verhoogde druk wel moet worden toegestaan. Daarna komt er een inspraakprocedure, gevolgd door het uiteindelijke besluit van de regering. Vervolgens moet nog zes weken gewacht worden. Als de regering instemt met een drukverhoging, wordt die vanaf dan van kracht.

De tijdlijn van de vergunningverlening voor de opslag volgens minister Kamp

1997: start gasopslag Norg, werkvolume 3 miljard m3, maximale gemiddelde reservoirdruk 327 bar voor het gehele gasveld, gasbehandelingscapaciteit 50 miljoen m3/dag, maximale injectiecapaciteit 34 miljoen m3/dag.
2004: wettelijke invoering van het opslagplan in de Mijnbouwwet: het opslagplan gaat uit van een werkvolume van 3 miljard m3, een maximaal gemiddelde reservoirdruk van 327 bar voor het gehele gasveld, een gasbehandelingscapaciteit van 50 miljoen m3/dag en een injectiecapaciteit van 34 miljoen m3/dag.
2010: actualisatie van het opslagplan, geen aanpassingen in het werkvolume of de capaciteit.
2014: wijziging van het opslagplan met als doel een vergroting van het werkvolume naar 7 miljard m3 te bewerkstelligen, verhoging van de gasbehandelingscapaciteit naar 96 miljoen m3/d en een verhoging van de injectiecapaciteit naar 51 miljoen m3/dag. Een gemiddelde maximale reservoirdruk van 327 bar en een gemiddelde minimale reservoirdruk van 235 bar voor alle compartimenten was voorgeschreven. De uitbreiding van de gasopslag in Norg bestond uit het boren van drie injectie-/productieputten, het plaatsen van een additionele gasinjectiecompressor naast twee bestaande compressoren van elk 39 megawatt, het aanpassen en uitbreiden van de procesfaciliteiten en het installeren van een pijpleiding tussen het Groningen-veld en de gasopslag. Als onderdeel van het uitbreidingsproject heeft de NAM een leiding tussen het Groningen-veld en de gasopslag Norg aangelegd. Reden hiervoor is dat de transportcapaciteit van de bestaande Gasunie-leiding onvoldoende was om de productiecapaciteit van de gasopslag na de uitbreiding af te voeren. De transportcapaciteit van de Gasunie-leiding was ook onvoldoende om het gas aan te voeren om het volledige beoogde werkvolume na de uitbreiding te injecteren. In 2014 zijn 2 putten geboord met als doel de capaciteit van de gasopslag te vergroten van 3 miljard m3 naar 7 miljard m3.
2015: wijzigingsbesluit met een nadere specificatie van de druk voor compartiment 2 met een gemiddelde maximale reservoirdruk van 347 bar en een gemiddelde minimale reservoirdruk van 225 bar. In het wijzigingsbesluit van 6 augustus 2015 is de minimale en maximale gemiddelde reservoirdruk voor compartiment 2 gewijzigd (van 235 bar naar 225 bar en van 327 bar naar 347 bar) en is ten aanzien van de injectie van gas bepaald dat de toegepaste maximale injectiedruk op reservoirniveau daarbij een waarde van 360 bar niet mag overschrijden. Ik heb ingestemd met deze wijziging van het opslagplan op basis van de adviezen van SodM en Tcbb over het seismisch risico.
2017: Uit de adviezen van 2017 blijkt dat de wijziging van de druk in compartiment 2 niet leidt tot een andere beoordeling van het seismisch risico dan in het kader van het gewijzigde opslagplan uit 2014 is ingeschat. De instemming is bedoeld om de uitbreiding naar een werkgasvolume van 7 miljard m3 mogelijk te maken.
Commentaar: over de kans op zwaardere aardbevingen dan bij Huizinge in 2012 en over het feit dat het advies van het SodM vooraf ging aan het besluit van de Raad van State, zweeg de minister.

De 27 bronnen bij dit artikel zijn op te vragen bij de auteur.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Eén gedachte over “Bij gasopslag Norg/Langelo even zware aardbevingen als in Groningen mogelijk”

  1. Geachte heer Damveld,

    Graag krijg ik het nog niet gepubliceerde rapport van de SodM. Ik ben raadslid (D66) in de gemeente Noordenveld en daarom betrokken bij deze materie.

    groet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.